Welkom in deze prachtige stad
12-04-2016Bonne de Roos en Bart Toorenaar zullen op deze plek met enige regelmaat een briefwisseling onderhouden.
Beste Bart,
Bedankt voor je mooie brief, en welkom in deze prachtige stad. Laat ik direct met de deur in huis fietsen: Rotterdam is wel degelijk een fietsstad. De stad heeft Witteveen en zijn automobilistische erfenis een passende plek in het nieuwe stadsbeeld gegeven. Fraaie fietspaden liggen innig verstrengeld met de brede avenues. Kom via de Schiekade het centrum in, buig af op het Weena om verder te gaan langs de ‘s Gravendijkwal. Ga zo hard je kan naar beneden in de Maastunnel, vervolg over de Pleinweg en de Dordtselaan richting de Erasmusbrug. Sla rechtsaf op de Boompjes en zoef over de Maasboulevard. Je geniet in deze stad van kaarsrechte, snaarstrak geasfalteerde paden waarover het prima racen is. Het enige wat je onderbreekt zijn de stoplichten, maar je woont inmiddels lang genoeg in Rotterdam om te weten dat je je als fietser van die lichten geen flikker aan moet trekken.
Nee, dan de Oud-Hollandse binnensteden waar je zo over jubelt. Klappertandend dender je over klinkers en kinderkopjes, je fiets rammelt bijkans uit elkaar en als je niet oppast rijd je je velgen kapot op het losliggend plaveisel. Bovendien wordt het geheel spekglad bij regen en is het overzicht op een kruising ver te zoeken. Zelfs de stedelijke hindernis van massatoerisme lijkt Rotterdam vooralsnog bespaard te blijven. Akkoord, de plek op de Coolsingel waar de Koopgoot de weg oversteekt met een zwart-wit gestreepte loper is niet de meest ideale plek om langs te jakkeren met hoge snelheid. Maar da’s een incident in een stadscentrum waar het fijn peddelen is.
Ik ben blij te lezen dat je hebt ontdekt dat het in Rotterdam harder en meer waait dan in de rest van Nederland. Minder blij ben ik te merken dat je nog niet bekend genoeg bent met de stadscultuur om haar hartekreet, sterker door strijd, op waarde te schatten binnen dit natuurkundige verschijnsel. Met al haar hindernissen, stoplichten en tegenwind is de stad de ideale leerschool voor elke coureur.. Lus in een rondje de 3 Maasbruggen eens aan elkaar. Je kuiten branden en je dijen verzuren. Van kruispunt naar kruispunt sprinten zet je longen in de fik, het ontwijken van nietsvermoedende voetgangers scherpt je stuurmanskunst. Spring op de fiets in trainingskamp Rotterdam en laat je uitdagen. Het beste advies heb je jezelf al gegeven: je moet niet zo zeiken.
En mocht je als provinciaal toch rustig willen wennen aan het fietsen in de grote stad, en er even tussenuit willen, pak dan de route langs de Rotte. Je bent daar omringd door gelijkgestemde wielrenners die hun duim opsteken voor je roze jasje van de Giro. Eenmaal het centrum uit rijd je binnen de kortste keren tussen groene velden, weidse plassen en prachtige meanderende paadjes langs de rivier die Rotterdam haar naam heeft gegeven. Een stukje voorbij Oud Verlaat, waar de Rotte in een vlaag van grootsheidswaan opeens de Rottemeren heet, tref je een natuurlijk maar door mensenhanden aangelegd trainingsveld voor fietscoureurs. De Willem-Alexander-roeibaan is een open vlakte die je het vuur aan de schenen legt. Een plek waar elke meter kopwerk een nieuwe borsthaar met zich meebrengt. Hier wordt het karakter van de Rotterdamse wielrenner gesmeed. Dit is de plek waar de mietjes van de mannen in roze tenue worden gescheiden.
Op de terugweg naar huis word je getrakteerd op een fenomenaal uitzicht op de skyline van de stad. Een beloning voor al het harde werk dat je hebt verricht. Rotterdam is een stad die haar fietsers liefheeft. Het is een harde liefde, maar wel eentje die je onmogelijk onbeantwoord laat.
Welkom in Rotterdam.
Bonne de Roos is geboren in 1989 en werkt bij Coolblue. Hij is opgegroeid met Rotterdam, en na een vijfjarige uitstap naar Twente woont hij er sinds 2012 ook écht. Naast wielrennen is het zijn sport om anderen aan te steken met zijn enthousiasme over alles dat met Rotterdam te maken heeft.
Foto: Marcel Suurmond // Suurmond Photography